Werkbezoek Vvk aan het CrsK
Tussen 12 en 27 oktober bracht een delegatie van onze werkgroep VvK - Balunda ba Kankala- een werkbezoek aan het CrsK. Onze groep werd vergezeld door Jos Craemers, voorzitter van ORS (een zusterorganisatie van Kankala), en Jos Ceyssens, broer van Marc Ceyssens, voorzitter van de VvK België.
Als externe deelnemer kon Jos Ceyssens tevens een 'open' blik werpen op de werking van het CrsK en hiervan getuigen. Zijn ervaringen en reflecties zullen later worden gedeeld in een van onze nieuwsbrieven.
Het verslag van onze reis is grotendeels gebaseerd op het dagboek van Jos Ceyssens. Samen met zijn broer Marc, beiden geboren in Congo, keerden zij (wij allen) tijdens dit bezoek ook terug naar hun geboorteplek, Kamponde. Het verslag hieronder is daardoor niet alleen een weergave van de activiteiten/vergaderingen van de werkgroep van Kankala, maar ook een persoonlijk verhaal vol herinneringen en beleving.
Belangrijk: net als de voorbije jaren betalen alle deelnemers en de leden van de VvK de reis volledig en persoonlijk uit eigen zak en ondersteunen zij onderweg kleine noden.
Annie,
verslag - secretariaat VvK
Dag 1 vertrek en aankomst in Kinshasa
Met zijn negen zondagmorgen in Zaventem... Annie, Caroline, Jan, Jos, Liliane Luc, Marc, Jos en Ward staan gepakt en gezakt in Zaventem voor een vlucht van 8u20 naar Kinshasa. Daar zullen wij verblijven in de Procure St. Anne.
65 jaar na mijn vertrek als negenjarige uit Kinshasa vlieg ik terug naar Congo.
Toch wat gespannen.
Brussels Airlines met de heerlijkste vliegtuigkip in jaren. Beter dan die van Qatar airlines. Knappe landing, wat gewacht op Annie natuurlijk. Haar groot fototoestel zorgt voor het nodige oponthoud en argwaan bij de douane.
Dan een snelle dodenrit richting Procure. Onder het oog van ’Het Laatste Avondmaal’ van een plaatselijke Da Vinci werd weer kip gegeten en het eerste Congolese bier gedronken.
Niet het laatste vermoed ik. Mooie grote kamers.
Sober chique met airco ( groene knop volgens Jan ) en muskietennet.
Slaapwel.
Jos
Dag 2 - De Procure - Bezoek aan Siafe
Na een sober ontbijt verkennen wij de Procure van Scheut.
Manhaftig houdt zij stand. In 1920 werd zij gebouwd door de Scheutisten als het ware een springplank naar het hele binnenland. 15 jaar nadat België officieel de Congolese Vrijstaat van haar koning Leopold II overnemen moest. Elders meer hierover. In 1930 waren er in Congo evenveel religieuzen als ambtenaren en militairen volgens Van Reybroeck in zijn epos Congo. Wel 30.000 mensen.
In de namiddag zijn wij te gast bij Pater Johan Scheutist (één van de laatsten der Mohikanen) en zijn secondante Marceline, lang geleden uit het klooster getreden. Beiden runnen zij midden in de sloppenwijken van Kinshasa een jeugdhuis voor straatkinderen, meisjes en jongens. Een naaiatelier, een bakkerij, een kappersopleiding, slaapvertrekken de naam onwaardig, eten, drinken.
Zelden zo’n sterke geëngageerde, onvermoeibare vrouw gezien. Zonder enige steun van de staat, elke dag opnieuw. Iedereen van ons gezelschap werd een mouw aangepast en zal heel binnenkort flaneren kunnen in een Congolese uitrusting.
De avond valt plots en na een waanzinnige en echt Danteske helletocht komen wij tot rust bij een Italiaans Congolees restaurant..
Deze keer in het blakende centrum van Kinshasa. De wijn én het bier én de pizza doen de rest.
Terug naar de Procure.
Morgen is het vroeg dag.
Binnenlandse vlucht.
Kananga ‘Here we are’.
Slaap zacht,
Jos
Dag 3 – Vlucht naar Kananga en welkom op Tsheila
Wij starten zeer vroeg in de Procure van Kinshasa.
Even binnenlopen in de kapel van de Scheutisten. Een plek waar hemel en aarde elkaar raken in Kinshasa.
Na een helletocht zijn wij op tijd op de luchthaven.
Sneller, veel sneller dan verwacht (dankzij Jan zijn contacten) zitten wij in een luxewachtzaal. Omelette met wat groentjes en een prima biertje verkorten de wachttijd voor de caravelle naar Kananga.
Een vlucht zonder problemen. Wij overvliegen de megastad van 20 miljoen inwoners richting Kananga, 2 miljoen inwoners.
Emotie als Jos, exact dezelfde tarmac die hij met broer en zus 65 jaar geleden ontvluchtte, opnieuw betreden mag.
Emotie ook voor ons als Buffalo, Etienne en Germaine ons verwelkomen. Een veel gemakkelijker rit naar Thseila. Bijna geen wagens, wel honderden brommers, duizenden voetgangers. Als we achter hoge witte muren en door een rood ijzeren krakemikkige poort het centrum binnenrijden is het onthaal van kinderen en personeel hartverwarmend.
Emotie. De directie houdt een toespraak, een kort gebed en ook Marc houdt een korte toespraak. De avond valt snel en een tropisch onweer trekt zich samen boven Kananga. Bliksem, donder, helse regen. Net op tijd binnen in een vis- en kippenrestaurant.
In de regen nog en in een modderzee rijden wij terug naar huis, naar Tsheila. Ieder trekt zich terug in zijn sober slaapvertrek, muskietennet boven het bed, een peerlampje, sober en eenvoudig.
De nacht wacht.
Slaap zacht,
Jos
Dag 4 - La charité - Algemene vergadering - Bezoek Scheut Kananga
Ontbijt met Brabants spek en Congolees ei, tropisch fruit en Belgische en kaas en confituur uit onze heimaat. A volonté.
Stipt 9.30 opent de voorzitter de eerste maar ook de belangrijkste vergadering van allemaal. Vol auditorium, iedereen present, de lokale directies en wij.
Prima powerpoint , nergens een hapering. Over en weer discussie. De cijfers en de nieuwe filosofie van de Wilde Ganzen werd toegelicht . Niemand een glaasje water, ook de voorzitter niet. Iedereen heeft achteraf een goed gevoel.
Daarna met twee jeeps naar Pater Yvo in het provinciaal Scheutisten huis. Een absolute immense oase midden in Kananga. Gebouwd in 1920 schitteren gebouwen en park nog in al hun eenvoudige pure schoonheid.
Een monumentale boom voor het huis schittert in al zijn omvang , schaduw, wijsheid en rust. Luc kon zich echt niet inhouden en klom vijf meter hoog tot rode mieren riepen ‘ hier stop het Luc’. Sneller dan snel was hij beneden.
Pater Yvo was in de hemel met twee kg tabak, een computer, een hoorapparaat, een fles Bols én een enveloppe van zijn thuisbasis. Lang leve Pater Yvo. Hij leve nog lang en gelukkig hier.
Terug naar ons centrum, een heerlijke maaltijd van mister Benoit en dan een korte siesta . Voor diegenen toch die deze edele kunst onder de knie hebben.
Namiddag Kananga 2 bezocht. Ontvangen gelijk alleen vrouwen en meisjes iemand kunnen ontvangen. Zingen, bloemen voor de president, rondgang daar en in de kleine school wat verder op. Puur geluk bij kinderen en begeleidsters. Ook bij ons. De voorzitter krijgt de bloemen en is meer onder de indruk dan Wout Van Aert na een zoveelste overwinning.
Minstens vier vliegtuigen vliegen laag over waarna Buffalo mij toevertrouwt. ‘ Ik rij langs het college St Louis ‘. Een college waar 65 jaar terug mijn broer Johan en ik drie jaar lang intern waren op zeer jonge leeftijd, drie maande achtereen. Eerste, tweede en derde studiejaar.
Wat een emotie. Exact dezelfde gebouwen, dezelfde eetzalen, dezelfde gaanderijen nog , dezelfde klaslokalen, een identiek groot binnenpark. Alleen de betonnen vijver met minikrokodillen is niet meer. De eigenlijke internenblok beklommen wij (dank u Luc) , dezelfde trap nog naar het eerste verdiep , hetzelfde kamertje voor twee, een oud kastje, geen bedden, overal graffiti. Eerdaags wordt de blok gerenoveerd .
Ik kan niet nalaten ‘Jos en Johan 1960 ‘ bij te krabbelen op de slaapkamermuur. Eerbetoon aan mijn oudere broer die mij toen meer dan zomaar als broer een hand boven het hoofd hielt. Niet simpel.
Bij het buiten gaan zien wij honderden gedisciplineerde kinderen in wit en blauw. Allemaal in rijen van twee. Eens aan hen het verhaal verteld (ik ben hier oud student) een explosie van enthousiasme en geluid. Een helse bende.
Emotie bij mij en ook een beetje bij mijn medereizigers.
Met moeite weggereden. De Chinees is overal nieuwe straten aan het aanleggen. een zon die in het Westen ondergaat zoals alleen een zon kan ondergaan in Afrika.
Mister Benoit wacht thuis met verse vis en rijst .
Goede avond.
Jos
Dag 5 - Bezoek aan de jongens in de Village des jeunes Kankala - Vergadering en 'petit comité'
Donderdag, hoogdag.
Wij bezoeken vandaag het kroondomein van dit mooie project. Le village des jeunes Kankala op 15 km van Kananga.
De weg wordt alsmaar smaller en alsmaar meer uitgespoeld. Alsmaar minder moto’s en voorhistorische zwaar beladen fietsen passeren ons. Alsmaar minder voetgangers, vrouwen, mannen, kinderen. Bijna nooit een ouderling.
Plots, bijna midden in de brousse een blauwwitte, uitdijende, zingende, joelende massa kinderen. Wat een onthaal, wat een acceuil. Marc wordt als een Messias ingehaald en wij erbij. Toespraken van Marc, Jan en Ward. Geschenken, truitjes, voetballen, een pompje.
We ontdekken het grote en uitgestrekte domein van de Village en bezoeken de nieuw gebouwde school. We zijn trots! Zij zijn trots.
Klas na klas, slaapzaal na slaapzaal, keuken, kapel en directielokalen worden bezocht. De mooiste vlinder en de lelijkste slang werden gespot (de laatste zonder kop). Terug naar Kananga. Eerst nog een een zwemstop als we kinderen zien zwemmen in het idyllisch meertje van de Kansese. Luc doet mee.
Terug thuis op Tsheila... Onze kok Benoit heeft heerlijk varkensvlees gebakken.
Diverse kleine vergaderingen grijpen plaats op Tsheila, het administratief domein van Kankala. Vergadering o.a. met de dames van Kananga 2... Annie, Caroline en Liliane zijn onder de indruk van hun uitgebreid takenpakket en de gedreven manier waarop ze zich inzetten voor de kinderen.
Sober is het avondmaal waarna Jan, Luc en Jos een eerlijke verdeling van een ‘ container’ medische goederen organiseren. De avondzon is ondertussen ondergegaan in Kananga. Aardedonker is het als ik dit stukje schrijf. Marc is vroeg gaan slapen. Doodmoe. Zijn broer niet. Die kent de geneugten van de middagsiësta.
Goede nacht.
Jos
Dag 6 - Open milieu - Charité - Bezoek aan Mpokolo en het gezondheidscentrum Cerdes - Vergaderingen
Vrijdagmorgen.
Ontbijt met o.a. Vache Qui Rit, confituur met zwarte bessen en de obligate eieromelet.
Annie en Marc ontvangen het bericht dat hun kleinzoontje in de crèche een bovenbeenfractuur opliep en nu voor weken in tractie in het ziekenhuis ligt. Een domper voor de grootouders maar ook voor iedereen in de groep. Een echt en solidair gespreksonderwerp ook nog de rest van de reis. "Komt goed" zegt Luc vanuit zijn kliniekervaring.
De kinderen van Open Milieu, allemaal terug herenigd met hun ouders in het verleden en op kosten van de vzw naar diverse scholen gestuurd komen goede dag zeggen o.l.v. Beya, een wijze van de stam. Een oud-scout uit de Village hield eraan aanwezig te zijn. Zijn totem is Buffel, de mijne is Merel. De groet met drie vingers omhoog blijft universeel.
Op vrijdagochtend vindt opnieuw het programma van de Charité plaats, waarbij steun wordt verleend aan de meest kwetsbaren. De Charité kent twee vormen van hulp: op vrijdag wordt financiële steun verstrekt, en op woensdag wordt meel uitgedeeld aan wie daarvoor kiest.
Dan met de jeep van Pater Yvo naar zijn Mpokolo project. Wij passeren honderden kandidaat politiemannen in loopformatie. Indrukwekkend en zelfs dreigend.
Mpokolo. Wat een modelproject! Gevonden straatkinderen worden opgevangen en door drie sociaal assistenten en een kleine staf begeleid. Richting eigen familie liefst of richting de Village Kankala als tijdelijke opvang. Bed, bad, brood en spel. Knappe echte bedden, geen matrassen op de grond. Alles is sober proper. De voorraad kleren, de keukenvoorraden, de eetzaal, toiletten. Alles.
Weer de jeep in en het verkeer in richting Cerdes. Pater Yvo rijdt als bijna tachtiger een vlekkeloos parcours tussen een vloot van brommers en onafgebroken kleurrijke kraampjes. ‘ Éen van deze verkoopt rupsen’ roept Luc. Dit voorspelt echt niet goeds.
Cerdes is een generatielang door Scheutisten gerund gezondheidscentrum. Altijd financieel gesteund o.a. door onze ouders. Nu zeer recent is het door de Wereldbank en US Aid helemaal gerenoveerd. Wat een klein en goed uitgerust centrum! Een Congolese is pas bevallen van een tweeling en een kleine politieke boodschap wordt aangebracht onder een Amerikaanse poster. Én de Trump admistration en de Vlaamse overheid stoppen nu hun ontwikkelingshulp. Shame!
Terug naar ons administratief centrum Tsheila. Eten, korte siësta en dan volgen enkele belangrijke belangrijke vergaderingen.
De infirmerie wordt ondertussen zwaar aangepakt en nieuw uitgerust door Luc, Jos en Etienne. Luc leert hem pols en bovenarm gipsen. Etienne is een echte goede verpleger ook.
Vergaderd wordt er 'en petit comité' met Open Milieu en met de mensen van de CA en de directie. Over en weer wordt er gesproken, geargumenteerd, geluisterd en gepland.
Om zeven uur wordt de vergadering afgesloten met een klein gebed. Voor mij een aparte ervaring.
Warm eten. Kip, tomaat, aardappelen én gebakken rups en ui. Je leest het wel. Rupsen, krokant, weinig smaak. Niet echt mijn ding.
Marc is moe. Hij verdwijnt discreet. De nacht valt als een steen.
Een krakend onweer barst los. Zware regen, wind en helse inslagen.
Ik herken opnieuw de onweders van mijn eerste levensjaren hier.
Morgen wordt het Mikalay, aan de andere kant van de Lulua. Mijn/ons geboortedorp (van Marc, mezelf en onze broers en zussen).
Goede avond
Jos.
Dag 7 - Weekend. Bezoek aan Mikalayi
Vandaag wordt het Mikalayi, aan de andere kant van de Lulua. De oudste en grootste missiepost van Scheut, hoog op een heuvel.
Jan is hier twee jaar verpleger geweest in de jaren tachtig, verliefd geworden op de regio, veel teruggekomen en o.a. met een kleine groep technici uit Vlaanderen heeft hij recent de bestaande waterkrachtcentrale helemaal gerenoveerd. Met alles erop en eraan. Een reuze werk.
Jos en Marc zijn hier geboren in de jaren vijftig, zestig. Als negenjarige daalde ik met mijn broer en de lokale bisschop in 1960 langs dezelfde lange trap en dezelfde lange metalen buis naar beneden, naar de rivier met de grote platte stenen. Ik herinner het me o zo goed. Dit is de context.
Wij worstelen ons de stad uit, steken de brede Lulua over op de oude brug. Ik herinner mij echt het hele beeld van een geweldige stroom. Ook nu wassen de vrouwen hun kleren daar op platte stenen. Een nieuwe brug is in aanbouw verderop. Al heel wat kilometers zijn geasfalteerd door de Saoudi’s. Het is niet altijd kommer en kwel in Congo. Echt niet.
Wij duiken de brousse in, de uitgeregende zandwegen worden alsmaar smaller, huisjes worden hutten, winkelstalletjes verdwijnen. Eerst passeren wij nog Malanji, de eerste nederzetting van de Belgen in 1880, opgericht door Duitse ontdekkingsreizigers waarna Leopold 2 de Scheutisten naar Kasai stuurden en zij ook hier verschenen. Gele koorts of niet, malaria of niet. Zij kwamen in grote getale.
Dan daagt Mikalayi op met alles erop en eraan, gelegen langs één lange zandweg . Missiehuis, een ‘Kathedraal’ , een bisschopshuis, een resem scholen, een nieuw operatiekwartier, diensthuizen én de materniteit waar onder meer Marc en Jos en al hun zussen en andere broers zijn geboren.
Wij worden gul ontvangen. Ik herken veel, niet alles en zie dat na 100 jaar de tand des tijds knaagt en knaagt aan muren, daken en houtwerk. Toch ook zijn hier en daar lichtpunten.
Een viersterren maaltijd met een waaier van tropische groenten (eindelijk) met kip en vis werd ons aangeboden door een engel van een zuster in de oude eetzaal van Scheut. Het pilipilisausje was van het beste van het beste.
Klaar voor de afdaling met de auto naar de barrage en de vernieuwde waterkrachtcentrale. Sober, chique, efficiënt en modern. Jan stuurt zijn drone de lucht in. Het absolute evenement van het jaar voor de tientallen kids. Uitgelaten duiken zij achteraf het waterreservoir in. Luc komt als een profeet de trap af omringd door een uitgelaten bende kinderen. Iedereen blij. De ‘centrale’. Het is echt niet allemaal kommer en kwel in Congo.
Terug naar het Missiehuis, alles ingepakt en hossend en stotend zijn wij terug naar Kananga gereden. Nooit in mijn leven ben ik meer door elkaar geschud als vandaag.
Vlak voor zonsondergang waren wij thuis. Moe maar tevreden.
Vroeg naar bed. Morgen om 8 uur aub, een mis in de Village en daarna naar Kamponde.
Diep in de brousse, richting Katanga.
Negen jaar heb ik daar gewoond.
Nooit heb ik gedacht er ooit eens terug te mogen komen. Nooit!
Dankzij Kankala zullen Marc en ik morgen thuiskomen.
'Les fils de Kasai'.
Ben echt benieuwd.
Goede nacht.
Jos
Dag 8 - Zondag. Eucharistieviering Village - Op weg naar Kamponde
Zondagmorgen heel vroeg staan 4 van ons op om zes uur. Zij zijn rond acht uur in de Village des Jeunes Kankala voor de zondagmis. Zingen, dansen, bidden zoals men alleen in Congo zingt danst en bidt.
Iedereen tevreden en snel naar huis want om twaalf uur vertrekt de expeditie naar Kamponde. Achteraf bekeken een Livingstone expeditie après la lettre.
Twee volgeladen jeeps o.l.v. Buffalo, Frėre Rene, een briljant chauffeur én de onvolprezen Etienne, boekhouder, verpleger en manusje van al.
Wij trekken nu echt het binnenland in van Kasai, het echte Congo met door regen uitgeslepen zandwegen, de echte brousse, de mooiste vergezichten, de kleine en grote rivieren, de duizenden verspreide palmbomen, de echte hutten dorpen, altijd evengoed geborsteld , de duizenden kinderen, de vrouwen met hun korven op het hoofd en de mannen met hun veel te grote lasten op hun voorhistorische zware fietsen. Zelden een moto hier.
Een rit van normaal vijf uren wordt er een van negen. Zes keren rijdt Buffalo zich vast en zes keren moet broeder René en Etienne bijspringen. Er wordt gegraven, geduwd, zelen gespannen tot ze breken.
Als de zon idyllisch ondergaat in het westen van Kasai wordt in het licht van koplampen gezwoegd, zand weggeschopt (ook door Luc, il faut le faire) en binnenskamers gevloekt door de Vlamingen. Niet bij de Congolezen die altijd even vrolijk ernstig blijven. Niet bij Jan die altijd Siberisch kalm blijft en met een glimlach goede raad geeft.
Onrust kruipt in het gemoed bij de dames bij de laatste pechstop. ’Nog 7 km‘ komt een passant ons vertellen op een smalle jungleweg onder de lianen. Vleermuizen en nachtvlinders dansen in het licht van koplampen, honderden krekels begeleiden ons.
Dit is een echte helletocht en tegelijk een hemeltocht. Hoe langer zij duurt hoe meer ik mij afvraag wat vader en moeder hier in 1949 kwamen zoeken.
Plots duiken honderden joelende en zingende kinderen op in onze koplampen. Een zingende massa en een grote abbé Joseph er tussen in. Helemaal in het wit. Langs hem de kleine chef de village. Wij zijn in Kamponde, waar o.a. Jos en Marc zoveel jaar geleden hebben geleefd. Les fils de Kamponde zijn aangekomen. En wij mochten het horen.
Enkele woorden van onthaal en terwijl de massa zich oplost in de duisternis worden wij ontvangen in de pastorij. Een sobere maar kostbare maaltijd wordt aangeboden, koud bier wordt geschonken. Zelf de dames drinken mee.
Geen elektriciteit, alleen wat licht van kleine zonnebatterijen.
Iedereen is verschrikkelijk moe en dus werden sobere bedden aangeboden. Annie en Carolien slapen toch niet in de jeep. Alleen Ward zal zich nog douchen als Luk al lang als een blok in slaap gevallen is. Ongewassen.
Ik breng orde in de wanorde van mijn rugzak en draagtas. Etaleer van alles op mijn tafel, zie dat ik mijn gsm niet opladen kan en trek mijn bed in. Ongewassen.
Morgen zeven uur ontbijt en om acht uur mis.
Deze dag zullen wij nooit of nooit vergeten.
Ik niet, niemand niet.
Ik dank de Man hierboven nog voor de behouden aankomst .
Ik dank mijn vrouw Lieve nog voor de drie geheime talismannen in de koffer. Toch gevonden.
Slaap wel.
Jos
Dag 9 - Viering Retour van de 'fils de Kamponde'
Weer staan wij vroeg op. Half zeven. “Met de kippen” zegt Ward, een graatmagere kip ondersteboven in zijn handen. Geen marktgeluiden hier gelijk in Kananga, geen verkeer.
De frisse ijle lucht van de tropenmorgen hangt op de binnenkoer. Aangenaam koel. Sobere maaltijd, koffie uit zakjes, geen spek en ei van Benoit, de spaghetti van gisterenavond is opgewarmd. Zij doen hun best.
Om negen uur begint de mis van acht uren. Abbé Joseph heeft zijn uiterste best gedaan. Synthesizer, drum, dansende kinderen in rood en zwart, kinderkoor in wit en blauw, vierhonderd man in de kerk. Full house. Abbé Joseph draagt het groene kazuifel dat ik helemaal uit Vlaanderen heb meegebracht. Cadeau van de pastoor van Zoutleeuw. Twee uur leidt hij een zingende, deinende, biddende, dansende massa kinderen. Wierook met mate, een kapotte klingelbel, een bureauemmer vooraan voor het stoelgeld. Preek, consecratie, communie zijn één zinderend feest.
Wij wandelen nu met de Abbé en chef de village richting huize Ceyssens. De oude witte koloniale woning van mijn vader is nu een materniteit geworden met een nieuwe aanbouw. Geen elektriciteit, dus de Congolese arts werkt met één hand op de rug. Het eigenlijke huis is er slecht aan toe. Ik herken vele ruimten en details. Ik troost mij met de wetenschap dat elk oud huis zijn eigen geschiedenis heeft, zijn generatie nieuwe bewoners, zijn nieuwe gebruikers. Eigenlijk is het huis versleten en aan renovatie toe. Gelukkig is er de recente nieuwbouw van USAID. Zonder elektriciteit, dus vanaf 18 uur pikkedonker.
Wij wandelen verder naar de oude landbouwschool waar mijn vader les gaf. Actief nog en niet actief. De Directeur geeft mij een wenslijst mee voor de KUL in Leuven. Wij zien wel.
Terug naar de paroisse, wat palaveren met de lokale chef en ambtenaren. Een drone gaat omhoog, voetbaltruitjes afgegeven, whatsappadressen uitgewisseld en aan Abbé Joseph maak ik duidelijk dat eventuele wensen van Kamponde alleen aan mij worden gericht’. Niet aan de vzw Kankala.
Dan iets verderop naar de village Bena Kalangala van de Abbé. Wederom uitbundig onthaald, de nieuwbouw van allerlei gebouwen wordt bekeken als een onweer losbarst.
Wij moeten terug zegt Etienne, de wegen zijn hier rood en glad. Tweemaal vastgereden. Heroïsch was de escape met een touwtrekkende pastoor.
Onder de modder (Luc, Ward en Jan, Etienne opnieuw) bereiken wij opnieuw Kamponde.
Snel nog de andere grote school, een middenschool bezocht onder een donker wolkendek gevuld met weerlicht. La 'tristesse humaine'. Verwaarloosde lokalen, een lege, dode, rats versleten kerk met een eenzame grote Christus aan het kruis.
Terug naar de pastorij, de modder wordt weggespoeld en wij schuiven aan voor een nog soberder maaltijd. Ik verneem in een flits met het thuisfront van een autoaccident van Lieve. Geen letsels maar toch is de stemming bedrukt. Ook die van Annie en Marc. Zorgen om Jefke.
Wij willen heel vroeg vertrekken. Het heeft geregend. De terugweg zal moeilijk zijn. Iedereen weet het. Zeker de dames.
Slaapwel. Ook voor diegenen 6000 km ver naar het Noorden.
Een auto is maar een auto. De bestuurster en de co- piloot. Daar gaat het om.
Slaap zacht.
Jos
Dag 10 - Terugrit uit Kamponde - Stop in Tshikaji
'The day after'. Een weldoende diepe slaap in ons” klasse hotel” in Kananga, een luxeontbijt van Benoit en de allerbeste koffie van ons allemaal.
Wij zijn gerecupereerd van de 150 km terugweg uit Kamponde. Een helletocht werd het opnieuw op bepaalde delen van het traject.
Gisterenmorgen om zes uur opgestaan. Een laatste minimaal ontbijt, wij verzamelen alle restjes. Alle bagage wordt gestapeld onder een blauw dekzeil. Een lifter met fiets vanachter in de bak, een laatste zegen van Abbé Joseph door het geopend raam, een kruisje wordt gemaakt. Ook eentje op mijn voorhoofd van iemand van ver in Europa. Amen. Er is een bepaalde onrust en spanning in de groep. Eergisteren is niet vergeten. Echt niet. Wij weten dat de voorbije nacht een zwaar onweer over de regio ging. De karavaan, twee volbloed jeeps verlaten Kamponde tussen rijen hutten. Echte strooien hutten. Geen half uur verder of het was zover. Buffalo stak vast in een modderige afdaling. Duwen en trekken en de Toyota kwam los in een zwarte wolk van stof en modder. De eerste en de laatste keer vandaag. Een teken van de Man hierboven.
De terugweg verloopt gewoon goed. Wij tanken bij in Tshymbuli ( tanken is een groot woord, jerrycans diesel worden overgegoten ).
Wij pauzeren onder een eeuwenoude monumentale papayaboom.
Fris en koel, een lichte bries. Mijn vader en moeder reizen mee en herkennen van hierboven de wonderboom en de plâce de relais. Diverse habitués staan hun plastic zetels af, wij delen onze laatste kaasjes en dromen van een horecazaak later hier. ‘Sous l’arbre‘ zou een mooie horecanaam zijn.
Wij passeren dorp na dorp, diepe afdalingen, steile klimmen, onmetelijke groene landschappen.
Wij passeren honderden ijzersterke mannen die hun volgestouwde fietsen heuvel op en heuvel af sleuren. Het transportmiddel bij uitstek van maniokzakken, hout, ijzeren golfplaten, zonnepaneeltjes, meubeltjes. Alle respect. Wij passeren honderden ijzersterke mooie vrouwen die op hun hoofd allerlei voeding dragen in grote rode en blauwe plastic bags. Hun parongs schitteren in alle kleuren van de regenboog. Alle respect. Wij passeren tientallen scholen, klein en groot met honderden kinderen, wit en blauw. Wij passeren kleine medische posten gepatroneerd door Caritas, Unicef en US aid. Zij kennen Trump en weten dat US aid (tijdelijk) stopt uit de VS.
Wij dalen even af naar een wondermooie brede rivier met een zandstrandje en het helderste donkere zwemwater. Ik herinner me de geur van het kabbelend, vlietend water van een identieke donkere zwemrivier bij Kananga. Eens per maand gingen wij scholieren zwemmen daar. Wij passeren stilgevallen mastodonten van camions vol tropisch regenwoudhout.
Wij stoppen net buiten Kananga aan het Hôpital du Bon Berger Tshikaji.
En Luc én Carolien hebben hier gewerkt en echt geleefd. Nu nog knap in orde, fris, grasvelden ok. Luc wordt na al die jaren erkend door de verantwoordelijke van het gasthuis. Echte emotie. Echte tranen. Zo spijtig dat er geen gasten, geen artsen en verplegers meer komen uit het Westen. Geen Amerikanen, geen Belgen. Voor mij is dit complex een verademing inzake ziekenhuiszorg in de Kasai. Nu in eigen beheer.
Wij zijn nu bijna thuis als op een ringweg in aanbouw een gigantische waterplas verschijnt. Frère Rene besluit om met volle kracht zijn jeep er doorheen te jagen. Ramen toe. Brullend scheurt en klieft zijn auto door het zwarte water. Plots een diepe put en de wagen duikt in volle snelheid een meter diep. Een gigantisch zwarte, brakke en stinkende fontein spuit omhoog en stort op de auto neer. Ik zit vooraan rechts. Het wordt even donker binnen. Ik hoor Rene schakelen en plots komt de vier maal vier vrij en komt ie boven water. Hij lacht, duidelijk opgelucht. Buffalo doet een ommetje. Bij hem was het niet gelukt. Zeker weten.
Thseila, thuis in ons centrum wordt eerst ijsgekoeld bier geklonken. Iedereen is moe maar oprecht blij dat wij drie dagen avontuur diep in de brousse van Kasai hebben meegemaakt. Misschien wel overleefd.
Iedereen wast zich twee keren. Niets zo fijn als een emmer ijskoud water over hoofd en hals gooien na zo’n rit.
Het warme eten van 'Sheraton Benoit' volgt. Alles erop en eraan. Eeuwig dankbaar zijn wij deze oude kok.
Een laatste Pernod nog en vroeg naar bed.
Nog twee intense infodagen wachten.
Slaapwel.
Jos
Dag 11 - Vergaderingen met het open milieu, Kananga II, de C.A en installatie E.H.B.O.
Een nieuwe dag, een nieuw avontuur. Ieder op tijd aan tafel.
Voor mij een rustige dag. Schrijven, kranten lezen, het EHBO dossier verfijnen met Luc.
Voor de anderen is er nog nog een overlegronde met al onze partners binnen en buiten Kananga. In kleine werkgroepen. Luc en Jos worden opgepikt door Buffalo voor een tweetal privé bezoeken Eerst een bezoek aan een orthopedische kliniek van de Broeders van Liefde, Jukaij (Sta op!). Hier heeft Luc nog gewerkt twintig jaar terug met Dr Schuermans en Dr Dierix en zelf mee een nieuwe OK geïnstalleerd. Alles is buitengewoon in orde en netjes onderhouden. Ook de grasperken. Verschillende personeelsleden herkenden Luc nog bij naam. Geen wonder.
Daarna naar het centrum. Wij bezoeken het lyceum Buena Mundi. 2000 meisjes nu. Meisjes van de Tic Toc generatie zijn overal dezelfde. De hartjes, de gebarentaal, het V teken. Mijn zus Ria is hier twee jaar intern geweest, eerste en tweede studiejaar in blokken van twee a drie maanden. Echt niet de meest prettige tijd in haar leven met weinig contact met haar twee broers buiten de stad. Het was zoals het was.
Na de middag op weg naar Kananga2, een tussenstop op het bureau voor de bescherming van vrouwen en kinderen. Door een eerdere vraag van Marc om foto's van de eigendommen van het CrsK in de stad te nemen, fotografeerde Annie -onbewust- het gebouw van de geheime politie. Tussen twee agenten werd zij opgepakt en meegenomen. Procesverbaal, bedreigd met een boete van 1800 dollar kreeg zij na een halfuur verhoor versterking van Liliane en Carolien. Palaveren, verhoren, dreigen, bedreigen. Annie blijft kalm en vertelt de waarheid, en niets anders dan de waarheid.
Na een meesterlijk betoog van Etienne kwam zij na urenlang verhoren vrij. Wel, wel, wel. Merci Etienne.
Daarna vertrekken zij nog naar Kananga2 voor een verkort bezoek en het achterlaten van een grote bomvolle zak vol speelgoed, kraaltjes en bloemetjes van een milde weldoenster. Nog altijd geëxciteerd komt Etienne eerst binnen in Tsheila en vertelt het verhaal in geuren en kleuren.
Later komt Annie binnen. Emoties, omhelzing van man en vrouw, iedereen blij.
Iedereen drinkt een biertje, iedereen relax. Etienne wordt de hemel in geprezen. Alleen nog een broodmaaltijd met soep en een mespuntje pilipili wordt nog genomen. Vertellen, vertellen, lachen, lachen, gsm'en met de thuisbasis. Jos Craemers legt zijn boekhouding van ORS voor aan Marc.
Iedereen gaat vroeg slapen vandaag. Tropische vermoeidheid slaat toe.
Goede avond.
Jos
Dag 12 - Vergaderingen met het O.M., Kananga 2, de opruim/installatie van het EHBO lokaal, vergadering C.A. Afscheidsetentje met directie en CA.
Laatste dag in Kananga.
De laatste vergaderingen met onze diverse partners worden zorgvuldig afgewerkt. Onze wensen, hun wensen.
Samen met Luc en Etienne wordt de EHBO kamer aangepakt. Grondig.
Vier grote dozen en één grote jutezak worden gevuld met allerlei rommel en medisch afval. Er wordt heringericht en stof van jaren wordt afgenomen. Alle medicaties, alle verbanden , alle gipsmateriaal, alle instrumenten worden herschikt en de onderzoekstafel op de juiste plaats gebracht. Er wordt geborsteld en over nieuwe stekkers en een nieuwe kast gesproken.
Affiches worden met tape vastgeplakt. De bureau van Etienne wordt geruimd, alle stekkers en laders krijgen hun plaats op een houten bankje. Twee aparte EHBO sets voor de village en kankala twee worden samengesteld. Luc en Jos zweten zich te pletter.
Alles blinkt of toch bijna, iedereen tevreden.
Terwijl Luc en ik de EHBO in orde brengen vergaderen verschillende werkgroepen met elkaar. De mama's van Kananga2 met Annie, Caroline en Liliane. Aansluitend luisteren Annie en Caroline naar de noden van de mensen van het Open Milieu, de motor van Kankala. De inzet van deze mensen is grandioos.
Na de middag nog één vergadering en dan wordt langzaam door iedereen voorzichtig ingepakt.
Om vijf uur vertrekken twee jeeps richting restaurant. De mierennest van de hoofdweg wordt verlaten en honderd meter verder verandert plots ons universum. Een modern groot hotel met mooie kamers, ruime zalen, zwemdok (leeg) en een grote tuin. Een verbijsterende visuele ommekeer na zoveel dagen stof, vuil, zand en smurrie.
Wij eten heerlijke vis en drinken het beste bier aan een lange rode tafel. Alleen de kaarsjes mankeren. De sfeer is uitstekend en iedereen speecht uit het hart. De ene bondig, de andere uitgebreid, de voorzitter zegt niets en dus alles. Er wordt een dankgebed gebracht én er wordt gezongen. Saint Etienne is uitbundig.
De Man hierboven zorgt dat het zware onweer boven Kananga wegblijft. Alleen de weerlicht schittert constant in het zwarte wolkendek.
Wij sluiten af en wij hossen al zingend naar huis.
Ik lees een whatsapp van Lieve dat het startupbedrijf Revision van mijn zoon als eerste van de vijftig gelauwerd werd door Deloitte als hoogtechnologisch bedrijf met de hoogste waardering en de meest performante vernieuwing.
Diep in de brousse van Afrika pink ik een traan weg en werd het stil in mijn hart. In wezen begon Frederik, mijn oudste zoon , zijn leven ook in Kamponde, diep in de Kasai.
Grootvader, zoon, kleinzoon. Zo gaat het in het leven . Wij weten het allemaal.
Goede avond.
Jos
Dag 13 - Afscheid op Tsheila en vlucht terug naar Kinshasa
Vrijdagmorgen. De dag van de terugkeer naar Kinshasa.
Het zal een lange, lange dag worden. Vroeg uit de veren. Bijna niet geslapen hebben wij door een uitbundig religieus concert iets verderop. ‘ Je vous souhait bonjour ‘ is het laatste lied dat rond vijf uur de tropennacht wordt ingezongen.
Om zes uur staan wij op. De ochtend is broos en breekbaar.
Laatste ontbijt, restjes van kaas, confituur en koffiezakjes worden aangesproken. Bagage wordt ingeladen. De wijzen van de stam zijn er. Buffalo, Etienne, Germaine (Kananga 2), Germaine (secretariaat), Rene, Benoit.
Iedereen krijgt van Jan in een mooie kleine envelopje dezelfde fooi. Geen klein bedrag.
Zij gaan mee naar de luchthaven, behalve de kok. 0m 11 uur staan wij aan de porte d’aéroport. Uitstel van de vlucht. Het wordt 19 uur deze avond om God weet welke reden.
Terug Kananga centrum. ‘Sous l’arbre’ van ons allereerste restaurant in de stad wordt onze wachtzaal voor vijf lange uren.
Kippetje, bier, water, lezen, Vlaamse moppen die zij niet verstaan, een Congolese lang uitgesponnen grappig verhaal van een leeuw en een krokodil dat wij wel verstaan.
Etienne is werkelijk een geboren entertainer.
Om 17 uur opnieuw naar de luchthaven. Inchecken in een veel te kleine bouwval van een inkomhal gebeurt in een complete chaos van roepende, overijverige, duwende, zwetende, schrijvende, speurende lijven. Elke koffer wordt geopend en doorzocht. Chaos.
Onze groep verzamelt zich achter deze oorlogszone en gaat voor een strategische terugtocht. Naar buiten dus in de schaduw van een grote boom. Weer start het lange wachten, op krakkemikkige plastic stoelen. Lezen, een drankje, wat dollen en voornamelijk vervelend lang wachten. Ook hier zie ik de plastic belt aangroeien. De lucht trekt langzaam zwart dicht en daar zijn de eerste bliksemschichten. Het zoveelste onweer boven Kananga. Niet waar wij zitten.
Zou hij komen uit Kinshasa? Het reddende vliegtuig? Hij kwam. Om 19 uur is het zover. Deze keer in een lange rij wordt gedisciplineerd ingescheept. De eerste druppels vallen als de knalrode oude Airbus opstijgt.
Tussen donkere onweerswolken, overal is er weerlicht. Geen probleem onderweg en daar is Kinshasa. Alles loopt nu op wieltjes, een echte rupsband, een snelle rit, de kamer opzoeken in de Procure (wat een luxe, warm water, airco).
Op zoek naar warm eten vangen wij bot bij de Majestic op de machtige donkere Congo stroom.
Te laat, later dan tweeëntwintig uur. Dan maar naar O'Pueta voor een heerlijke pizza. De tent gaat terug open speciaal voor ons.
Terug naar de Procure van Scheut waar ik als een blok in slaap val. Iedereen.
Goede avond.
Jos
Dag 14 - Bezoeken aan de Orde van Malta en het centrum voor straatkinderen 'Orper'
Om half acht sta ik op.
Warm water, tweemaal douch ik. Warm en koud. Tweemaal was ik mijn haar, droog mij met een witte handdoek en zie mij in een echte spiegel terug Jos worden. Het is zaterdag.
Wij worden verwacht op de ambassade van de Orde van Malta. Ik draag uitzonderlijk een hemd. Geen das. Midden in de diplomatenwijk bij Geoffroy de Liedekerke worden wij verwacht. Elk jaar ontvangt de ambassadeur onze vzw met alles erop en eraan. Een oase in Kinshasa. Deze Orde houdt zich bezig met christelijke caritas en is bekend voor zijn gastvrijheid. Echte gastvrijheid. Geen fake. In Congo zijn zij één van de draaischijven van Caritas om medische hulpgoederen binnen te brengen. Echte champagne, hapjes, twee obers in vol ornaat bij een staande receptie.
Twee oudere zusters zijn ook uitgenodigd. Een prachtig gedekte tafel staat klaar. De heerlijkste spijzen worden aangebracht, de heerlijkste wijnen, koud spuitwater en het obligate dessert. Ik zit naast een 98 jaar oude zuster uit Gent, arts en diabetologe. 'Encore toujours' als consulente. Ik ben verbijsterd over haar humor, wijsheid en inzichten. Terug naar het salon voor de koffie, de 'pousse café' en de pralines 'Ballotin pralines Mary'. Er wordt over alles en nog gesproken, informeel, gewoon. De ambassadeur is helemaal zichzelf. Geen fake.
Hij vertelt dat zijn moeder 96 is en in Waals Brabant woont. Een 9,6 op 10 nu al van de Man hierboven zeg ik. Hij glimlachte en ging de boodschap overbrengen. Het is een buitengewone ervaring voor iedereen. Jan doet het perfecte dankwoord. Wij nemen afscheid.
De rest spoort naar onze laatste afspraak diep in de stad.
Jos
Orper is een opvang- en re-integratieproject voor straatkinderen in Kinshasa, vergelijkbaar met Kankala.
Een Belgische steungroep uit Diepenbeek ondersteunt dit initiatief. We worden verwelkomd in een van de vijf huizen van Orper: twee voor meisjes, drie voor jongens. Vandaag zijn we te gast bij de meisjes, 32 in totaal, die ons samen met Père Ange een inkijk geven in hun dagelijkse leven. Tijdens het gesprek wisselen we ervaringen en ideeën uit. Maar wat ons het meest bijblijft, is de schaal van het probleem. Alleen al in Kinshasa zijn er naar schatting meer dan vijftig organisaties actief die zich inzetten voor straatkinderen. En toch lijkt het alsof de stroom nooit aflaat. Het is een confronterende realiteit die je niet loslaat. In de chaotische en drukke avondspits van een zondagavond keren we terug naar de Procure.
Annie
Het laatste avondmaal nog in Scheut, een laatste drink in de bar.
Wij danken Jan, de reisleider voor alles en dan naar bed. Morgen terug naar België.
Goede avond.
Jos
Dag 15 - Bezoek aan Siafe N'Sele en nadien een ontvangst in het ouderlijks huis van Marceline
Vroeg op.
Ik vul en schik mijn twee valiezen met chirurgische precisie en ruim mijn kamer op zoals ik hoop dat mijn kleindochter het ooit zal doen. Twee shampooflesjes en een bolletje zeep laat ik achter voor de dame die kuisen komt.
Vandaag is onze laatste dag in Congo.
Vandaag ons laatste ontbijt op de Procure St Anne. Een burcht en draaischijf van Scheut in Kinshasa. Vroeger, nu en in de toekomst voor vele Belgen.
Met de auto naar het centrum waar in een moderne setting van Brussel Airlines onze valiezen worden ingecheckt en alle boardingpassen geregeld. Geen gedoe meer later op de dag in de luchthaven. Het is middag en wij banen ons een weg buiten Kinshasa.
Wij bezoeken nog de buitenvesting van Marceline haar levensproject. Siafe.
Een nieuwbouw voor dertig meisjes en meer, helemaal betaald door Japan. Alleen de afstand van 15 km overbruggen is een zeer moeilijke drempel voor de meisjes van deze technische school. Een busje zou redding kunnen brengen. Afwachten.
Elkeen krijgt een mooi zorgvuldig gemaakt Congolees hemd of kleedje aangemeten. De dames zijn verrukt. De heren net iets minder.
Daarna nodigt Marceline ons uit voor een middagmaal om vier uur in het ouderlijk huis verderop. Haar vader was nog hoge functionaris onder Mobutu. Het huis was en is nog altijd navenant. Groot, mooi, wit en hoog boven de Congostroom gelegen. Marceline en haar familie hebben hun uiterste best gedaan en alles uit de kast gehaald. Witte en rode wijn, bruiswater, vlees, vis, champignons, gebakken banaan, tomaatjes, rijst en bidea.
Terug naar buiten waar wij de zon rood zien ondergaan boven de machtige Congostroom. Miljarden liters water uit het Evenaarswoud spoeden zich naar de Atlantische Oceaan. Tot dertien km breed en tweehonderd meter diep op bepaalde plaatsen. Een watergigant. De hele groep verzamelt zich voor een foto. De laatste groepsfoto.
Het wordt donker en wij banen ons een weg naar de luchthaven. Uitzinnige taferelen van massa’s voetballiefhebbers voor het groene scherm van baancafés. Real wint van Barcelona (Spaans voetbal NB) en onze file wordt extra overspoeld door duizenden supporters te voet of op de moto. Incredibile. Voetbal is duidelijk een mondiale sport.
Op tijd nog in de luchthaven, een uurtje wachten, de dames veranderen van toilet, rustig instappen. Geen chaos, geen geroep, geen geduw of getrek. Een verademing. Om 22.40 stijgen wij op. Nog net op tijd het thuisfront verwittigd. België wenkt. Lieve wenkt.
Nooit denk ik nog een meer avontuurlijkere, ongewonere, moeilijkere en mooiere reis te zullen meemaken.
Ik heb de werking van Kankala voor straatkinderen in Kananga leren kennen, het enthousiasme én de competentie van het personeel. Ik kreeg de kans om diep in de brousse én Mikalayï, mijn geboorteplaats, én de woning van mijn ouders en hun acht kinderen terug te vinden in Kamponde. Een jarenlange droom van mij.
Het werd een legendarische bijna onmogelijke rit door de brousse. Het huis van mijn vader is niet meer hetzelfde. Integendeel. Het is een medisch huis geworden. In slechte staat weliswaar. Maar de geest en de ziel van mijn ouders waren aanwezig. Onmiskenbaar.
Heren en dames van Kankala, het was voor mij een eer en waar genoegen deel te mogen van deze groep van negen. De Anciens én de nieuwkomers in Afrika.
Op Gods akker groeien vele soorten bloemen.
Gelukkig maar.
De negen bloemen van Kankala vormden een mooi boeket. Jan en Liliane, Marc en Annie, Carolien, Luc, Ward, Jos en Jos.
Slaap goed.
Jos
Verslag Annie Princen - Jos Ceyssens
Foto's Annie, Caroline, Jan, Jos, Jos, Marc, Liliane, Luc, Ward
dd. 30.10.2025